Dagboek W.K. van der Velde, afbeelding 12

20 Vers

Hij knielt terneer geblindoekt voor zijn ogen
De priester heeft zijn laatste pligt gedaan
En het platon scheen met zijn lot bewogen
Dat legt alreeds met de geweren aan

21 Vers

Maar ziet een ordenans komt galleperen
Riep het pardon dees jongeling is vrij
Zoldaten wilt dien braven Vorst waarderen
Zijn goed heid helpt dees jongling uit de lij

22 Vers

De Generaal die liet den priester halen
Vereenigd door den trouw dit jeugdig paar
Haar blijden vreugd die kende hier geen palen
Zijn doodkist wierd huwelijks altaar

23 Vers

Het vreugd gejuig dat klonk tot aan den hemel
Met hand geklap riep elk lang leefd de Vorst
De trouwe maagd drong door het drok gewemel
En drukt haar lieven jongling aan de borst

24 Vers

Dies kan men zien na lijden en bezwaren
Hoe God een mens kan zegenen op aard
De liefde schonk dees jongeling het leven
En heeft hem voor een vroege dood bewaard

Einde
W.K. V.D. Velde