Dagboek W.K. van der Velde, afbeelding 18a En riep o God ruk mij dees wereld af in 't graf

6

Zij heeft een kort besluit genomen
En is des avonds met een beurs met geld
Zij is bij den Sapier gekomen
En heeft hem 't geld ter hand gesteld
Om bij deze soldaat te komen (bis)
Een wienig tijds zij raakten op het woord akkoor[d]

7

Naauwelijks was de Sapier vertrokken
Heeft zij haar klederen uit gedaan
In plaats van Lusiea de rokken
Zo heeft ze Ferdienand ze aangedaan
Als de Sapier nu kwam ontsluiten (bis)
In plaats van Lusiea ging de Zoldaat op straa[t]

8

En Ferdienand ging zijne slaapplaats erven
Even als Lusiea hem had besteld
De dag en uur die kwam er om te sterven
Men bragt haar als zoldaat naar het slagveld
Ze knielde voor haar doodkist neder (bis)
Wanneer de tomboer haar de doodslag sloeg, Zij vroeg

9

Perdon mijn heer en allen u te gader
Ik ben een dochter een tedre jonge maagd
Toen Lusiea wol aan haar vader vragen