Wat is het dat mij op mijn schuilplaats wekt
Drijft dan den bozen geest met mij zelfs wondren
Daar 'k op mijn legerstee leg uit gestrekt
O wee ik moet bezwijken
Elk gaat zijn vonnis strijken
De dood wat ramp het is met mij gedaan
Hoe pijnlijk is het eind van mijn bestaan
7
Maar ik als keizer kan niet langer leven
Daar 'k zoo veel vorsten heb ter onderbragt
Zou dan de vorst der duisternis niet beven
[rest van de transcriptie volgt]