Dagboek W.K. van der Velde, afbeelding 21 De Welbeminde minnaar

1
Ik leg mij hier al in het groen
Waar mag ik mijn zoetliefje vinden
Waar mag zij zijn die ik bemin
Waar is mijn troost mijn welbeminde

2
Stil ik hoor haar komen (bis)
O wat verdriet O wat verdriet
Zij die daar komt zij is het niet

3
Ik leg mij hier onder eene boom
Ik leg mij hier om wat te slapen
Ik val in slaap een zagten droom
Het was het was om vreugde te rapen

4
Terwijl ik sliep zoo kwam zij daar
Terwijl ik sliep kwam zij mij strelen
Een instrument had zij in haar hand
Waar zij mijn zinnen mee kwam strelen

5
Toen sprong ik uit een zagte droom

----


En riep O God wie mag daar wezen
Zijt gij het dan mijn liefste zoet
Zijt gij het dan mijn uitgelezen

6
Stil hij lei te slapen
Stil hij lei te slapen
Ontwaak minnaar ontwaak minnaar
Kom laat ons zamen vreugde rapen

7
Zoo kuste ik haar op de mond
En zoo kuste ik haar rode wangen
Van vreugde wierd mijn hart gezond
En dat was regt naar mijn verlangen

8
Ik streelde haar zij was verblijd
En kuste hare rode wangen
Zij wederliefde op haar tijd
Het was het was naar mijn verlangen

Einde


Laatste Uitboezeming van Napoleon

O Frankrijks troon ik moet [u toon gaand den?]
Die ik eerwaardig heb bekleed
Vaarwel Frankrijk Napoleon moet ster[ven]